
Op zondagnacht 26 oktober gaat de klok weer een uur achteruit, waarmee de wintertijd officieel van start gaat. Om 03:00 uur draaien we de klok terug naar 02:00 uur, wat betekent dat we een uur ‘extra’ slaap krijgen.
Een belangrijk voordeel van het terugzetten van de klok naar wintertijd is dat het ’s ochtends eerder licht is, wat voor velen de start van de dag makkelijker maakt. Ook lijkt het extra uur slaap gunstig te zijn voor mensen die hun slaapritme willen herstellen.
Toch ervaren sommige mensen de overgang naar wintertijd als belastend. Kortere dagen en langere nachten kunnen invloed hebben op de stemming en leiden bij sommige mensen tot seizoensgebonden depressie (ook wel winterdepressie genoemd). Het gebrek aan natuurlijk licht kan ons slaappatroon beïnvloeden, vooral wanneer we langer binnen blijven en minder vitamine D aanmaken.
Er wordt al jaren gediscussieerd over het afschaffen van het halfjaarlijkse klok verzetten in de Europese Unie. In 2018 stemde het Europees Parlement zelfs voor een voorstel om de zomertijd permanent te maken. Elk EU-land zou dan mogen kiezen om definitief in de zomer- of wintertijd te blijven. Het plan werd echter uitgesteld door de coronapandemie en de logistieke complexiteit om in alle landen tot een beslissing te komen.
In Nederland blijven de meningen verdeeld. Sommigen pleiten voor het behoud van de zomertijd, vanwege de langere avonden in de zomer, terwijl anderen juist pleiten voor de permanente wintertijd, wat beter zou aansluiten bij ons natuurlijke ritme.
De overgang naar wintertijd is voor de meeste mensen eenvoudig, maar hier zijn een paar tips om jezelf soepel aan te passen:
Of het verzetten van de klok blijft bestaan, is nog onduidelijk. Voor nu genieten veel Nederlanders van het extra uurtje slaap en passen zich zo goed mogelijk aan de kortere dagen aan.