Gemeenten hebben nog nooit zo'n grote achterstand gehad bij het huisvesten van statushouders als nu. Momenteel wachten meer dan twaalfduizend mensen op een woning. De betrokken partijen maken zich zorgen dat de plannen van het kabinet deze situatie niet zullen verbeteren.
Elk halfjaar krijgen gemeenten de opdracht om een specifiek aantal statushouders aan een woning te helpen. Door een ernstig tekort aan (sociale huur)woningen lukt dit al geruime tijd niet goed. Daarnaast neemt het aantal statushouders dat een woning nodig heeft steeds toe.
De achterstand van gemeenten was begin dit jaar nog nooit zo groot. Zo'n vijf jaar geleden was de achterstand nog maar zestienhonderd mensen. Nu is dat opgelopen tot meer dan twaalfduizend.
Het ministerie van Volkshuisvesting erkent dat de achterstand nu groter is dan voorheen. Minister Marjolein Faber (Asiel) heeft aangegeven dat de achterstand waarschijnlijk nog verder zal oplopen.
Deze situatie leidt tot problemen. Statushouders moeten onnodig lang wachten op huisvesting en beginnen daardoor later met inburgeren. Bovendien bezetten zij plaatsen in asielzoekerscentra die al schaars zijn.
Momenteel zitten ruim achttienduizend statushouders nog steeds in opvanglocaties bedoeld voor asielzoekers, terwijl zij eigenlijk al elders zouden moeten wonen. Een kwart van deze opvangplaatsen wordt bezet gehouden door mensen die al weten dat zij in Nederland mogen blijven.
Vanwege de opgelopen achterstanden moeten provincies nu vaker ingrijpen en gemeenten aansporen om hun verantwoordelijkheid te nemen. In sommige gevallen dreigt de provincie zelfs de taak over te nemen als gemeenten niet aan hun verplichtingen voldoen.
In Zeeland hebben vijf gemeenten al plannen moeten maken om alsnog aan hun taken te voldoen, een ongewoon hoog aantal volgens de provincie. In Zuid-Holland hebben acht gemeenten te horen gekregen dat de provincie mogelijk hun taak zal overnemen, een waarschuwing die niet eerder bij zoveel gemeenten is gegeven.
Ook buiten het huisvestingstekort spelen andere factoren een rol, zoals het stikstofbeleid en veranderingen in landelijke wetgeving. Deze hebben invloed op de mogelijkheden van gemeenten om geschikte woningen te vinden.
Het ministerie ziet wel een stabiel aantal statushouders dat vanuit asielzoekerscentra wordt opgenomen door gemeenten, maar dit is onvoldoende om de groeiende achterstand in te lopen.
Het kabinet wil de regels voor huisvesting van statushouders strenger maken, bijvoorbeeld door geen voorrang meer te geven aan statushouders ten opzichte van andere huurders. Dit kan echter de doorstroom van statushouders belemmeren.
Er zijn ook zorgen over de voorgestelde doorstroomlocaties, waar statushouders alvast in de buurt van hun toekomstige woonplek zouden kunnen wonen. Organisaties zoals VluchtelingenWerk vrezen echter dat dit niet zal werken vanwege het tekort aan beschikbare woningen.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) noemde de plannen eerder al "onuitvoerbaar". Zij vrezen dat statushouders hierdoor nog langer in overvolle opvanglocaties zullen blijven, wat hun inburgering verder bemoeilijkt.
Het kabinet overweegt ook om de taakstelling voor gemeenten te schrappen, maar hierover is nog onduidelijkheid en het kan juridische complicaties met zich meebrengen. Toch blijft het een maatschappelijke verantwoordelijkheid om statushouders te huisvesten, aldus de VNG.
Gemeenten maken zich zorgen over mogelijke sociale problemen zoals overbewoning en dakloosheid als statushouders zelf hun huisvesting moeten regelen.