Een team met twintig brandweerlieden uit Nederland zijn deze weken in Spanje om te helpen bij het bestrijden van zware bosbranden. In de provincie Ourense, in het noordwesten van Spanje, woeden meerdere grote natuurbranden tegelijk. De grootste branden hebben inmiddels duizenden hectares natuur verwoest.
Inmiddels heeft sinds eind juli een nieuw team brandweerlieden het eerste team afgelost, na enkele trainingsdagen konden de Nederlandse brandweermensen aan de slag. De inzet is onderdeel van een formele bijstandsmissie. Daarmee levert Nederland niet alleen extra capaciteit voor de Spaanse brandweer, maar doen de teams ook waardevolle kennis en ervaring op.
Het team wordt onder andere ingezet om dorpjes te beschermen tegen het vuur. Daarbij maken ze kennis met blustechnieken die in Nederland nog lang niet altijd gebruikt worden. Een van de technieken is het blussen zonder water. Dit doen ze bijvoorbeeld door de vegetatie met handgereedschap weg te halen voor de brand uit. Ook kan natuur opzettelijk in brand worden gestoken om verdere verspreiding te voorkomen. De vegetatie kan namelijk maar één keer branden, als het brandbare materiaal 'op' is, kan dit niet nog een keer branden en zorgt dus voor een barrière waardoor de brand niet verder kan uitbreiden.
Bij het blussen van deze grote bosbranden worden ook grote voertuigen zoals helikopters, bulldozers en blusvliegtuigen ingezet om de vlammen onder controle te krijgen. De omstandigheden zijn zwaar: de hitte is enorm en door de droogte vaak in combinatie met de wind verspreiden de branden zich razendsnel.
De opgedane kennis is geen overbodige luxe. Nederland kreeg de laatste jaren zelf te maken met flinke natuurbranden, zoals in de Peel in 2022 en nog recent in april bij de Loonse en Drunense duinen. De brandweer verwacht de technieken ook in eigen land toe te passen.